Feestelijke Eerste H. Mis

Zondagmiddag 14 juli vond de feestelijke viering plaats van de Eerste H. Mis van de Franciscaanse tweelingbroers George en Johnny Jallouf. Te midden van hun ouders, familie, medebroeders, leden van de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem en parochianen vierden de beide broers hun Eerste H. Mis.

De broers zijn afkomstig uit Syrië en nu werkzaam in
Jeruzalem. De Minderbroeders Franciscanen zijn werkzaam in de vele heiligdommen
in het Heilig Land. Centraal in de Eucharistie stond Christus, de Eeuwige
Hogepriester. Hem willen George en Johnny navolgen. In het Heilig Land zijn zij
reeds in de voetstappen van de Heer getreden. Nu zullen zij de Heer verkondigen
in zijn Woord en Sacrament.

Na afloop van de viering, gevierd in het Arabisch, Engels, Latijn en een klein beetje Nederlands, werd in de Mariakapel de neomistenzegen gegeven. Een bijzonder moment. Voorafgaand aan de mis spraken wij de broers.

De Sint-Jan was de ideale plaats voor de neomistenmis

Johnny en George behoren ook tot de Custodie van het Heilig Land en maken deel uit van de Franciscaner gemeenschap bij de Heilig Grafkerk in Jeruzalem. Zij zijn dus bij de bakermat van hun geloof opgegroeid. Wat vinden ze er dan van dat ze juist verder weg van het Heilig Land hun neomistenmis hebben?

De tweelingbroers hebben familie en vrienden in verschillende Europese landen. Velen van hen waren aanwezig bij de neomistenmis, omdat Den Bosch centraal gelegen is. De neomistenmis werd in het Arabisch gegeven, hun moedertaal. Het was prettig om in hun moedertaal voor het eerst het woord van God op deze manier te kunnen verkondigen, vonden de broers. Zo konden zij zich meer vertrouwd verwoorden met een boodschap die universeel is. De broeders vertrouwden erop dat iedereen die gelooft, de boodschap zou kennen en begrijpen. Voor de livestream werd er bovendien gezorgd voor ondertiteling.

Johnny ziet zelfs een goddelijke synchroniciteit in het feit dat de Sint-Jan het decor werd voor hun eerste Heilige Mis. “In het Engels heet de Sint-Jan de Saint-John. ‘Johnny’ betekent dan weer vrij vertaald: ‘kleine Jan’. Dus ik mag als ‘kleine Jan’ in de ‘Grote Jan’ mijn leven als priester starten. Dat zie ik als een teken van God. En laten we eerlijk zijn: de Sint-Jan is ook gewoon imposant en prachtig. Het is hoe dan ook een voorrecht om daar een eerste mis te mogen houden.”

De leidraad van het geloof voor de broeders

De Syrische tweelingbroers George Paulo Jallouf en Johnny Jallouf werden op 6 juli tot priester gewijd en gaven 14 juli hun eerste Heilige Mis in de Sint-Jan. Johnny zal zich in zijn geestelijk leven vooral laten leiden door Genesis 14: 21: ‘Geef mij zielen en neem de rest weg.’  George laat zich daarin vooral inspireren door Johannes 17:19: ‘Ik wijd mezelf aan hen.’

Een leven wijden aan dankbaarheid voor God

‘Een leven wijden aan dankbaarheid voor God’ is het uitgangspunt dat de broeders hebben en de keuze lieten maken om als Franciscanen door het leven te gaan. De drie geloften van de Minderbroeders zijn gehoorzaamheid, armoede en toewijding. Johnny en George vinden daarin een perfecte manier om God te kunnen dienen. Hoewel er eerst nog twijfel was over hun roeping, was hun levensweg voor de broers uiteindelijk toch duidelijk.

Bidden is het uitgangspunt van het geloof
“Je ziet vooral aan jongeren van mijn generatie dat ze niet meer bezig zijn met bidden. Dat is iets wat ik juist zo essentieel vind aan het geloof en aan het leven,” vertelt Johnny. “Alles in de eenentwintigste eeuw lijkt snel te moeten, druk te zijn en gericht te zijn naar de buitenkant. Ik voelde dat dat voor mij niet klopte. Het is immers: ´Zijn koninkrijk kome.’ Als ik Jezus’ dienaar wil zijn, moet ik me in dienst stellen van Hem. Naar mensen uitreiken in Zijn naam, op een manier waar juist alle aandacht en liefde naartoe gaat.
“Ik kan al Zijn zintuigen zijn, namens Hem handelen. Dat is iedere dag een geschenk en het mooiste wat ik me kan wensen,” verwoordt George het.

“Toen ik vijftien was, wilde ik wel iets doen met een religieus leven, maar bepaalde dingen stonden mij eerst nog tegen,” geeft Johnny toe. “Ik dacht: ik wil ook ‘gewoon’ een vriendin, een gezin. Dat zou ik niet op willen geven.”  Het idee van een kloosterlijk leven werd zo tijdelijk opzij geschoven, maar kwam enkele jaren later in volle hevigheid terug.”

Jezus’ liefde is een dagelijkse zegen voor de broers

De liefde van Jezus is groter dan welke liefde dan ook en die liefde willen de broers als Franciscanen naleven. De geloften die ze als Franciscanen aflegden, brengt ze daar dichterbij. Johnny legt uit hoe groot de liefde van Jezus is en hoe die scheelt van andere soorten liefde aan de hand van wat Grieks. “Door celibatair te leven, wijzen we eros af, de liefde die bij vleselijk verlangen hoort. Philia, een  vriendschappelijke vorm van liefde, voelen wij voor onze medebroeders en voor andere mensen. Die zien wij in ieder mens, als kind van God. Maar onze geloften komen voort uit agape, een goddelijke liefde die Jezus heeft voor alles en iedereen. Door die liefde na te streven, voelen wij ons niet beperkt omdat we eros moeten afzweren. Integendeel: agape is zoveel groter, diepgaander en belangrijker en mogen wij bovendien voor iedereen voelen. Daarbij verbleekt Eros voor een enkeling en mis je dat niet meer.”

Het leven wordt bepaald door de Franciscaner geloften

Als deel van hun geloften hebben de broeders te gehoorzamen aan wat hun meerdere van hen wil. Ze kunnen bijvoorbeeld niet bepalen waar ze gaan wonen of welk werk ze precies gaan doen, hoewel er rekening wordt gehouden met talenten. Zo hoort iedere Franciscaan op de juiste plek terecht te komen. George vindt het fijn dat hij dat vertrouwen heeft en mag ervaren dat anderen bepalen wat er met zijn leven gebeurt: af en toe heb je wel eens je twijfels, maar achteraf is datgene wat op je pad komt, altijd wat voor jou bedoeld is. Dat geeft me rust. Maar als hij een voorkeur uit mag spreken, zegt George wel graag met jongeren te willen gaan werken. “Ik vind het belangrijk dat het geloof ook bij jongeren blijft leven en ik denk dat ik dat goed zou kunnen, omdat ik als een twintiger zelf dicht bij hen sta.”